Grenzen aangeven, hoe dan?
Mijn vorige blog ging over grenzen voelen en erkennen. Maar als je dan een grens bereikt hebt, hoe geef je dat dan aan? Goede vraag! Die verdient een antwoord. Ik hou hem vandaag praktisch.
Spanning
Als iemand je grens nadert, of over je grens gaat dan roept dat spanning op. De kans is ook nog eens groot dat je er tot nu toe niks van gezegd hebt omdat dat minder spannend leek (onbewust) dan er wel iets van zeggen. Daar hebben we in het vorige blog over grenzen naar gekeken.
Eén van de sleutels in dat blog was wat meer vertrouwen op je lijf en je gevoel serieus nemen. Daarmee maak je al een andere keuze dan je tot dan toe deed. Maar om vervolgens in woorden aan te geven dat je iets onprettig vind, niet meer wilt, dat is ook spannend.
Goed om je dat te realiseren, want dat verklaart meteen waarom het niet vanzelf gaat. Het verklaart ook waarom je soms precies de verkeerde reactie krijgt als je het wel eens hebt aangegeven. De spanning gaat mee, de woorden die uit je mond komen kloppen niet precies en de ander reageert op de spanning en niet op de intentie van je woorden.
3 staps model
Er is een modelletje dat uit drie stappen bestaat dat recht doet aan alle onderdelen die nodig zijn om én de grens aan te geven én geen nieuwe spanning op te roepen (niet te escaleren dus).
Stap 1: Beschrijf objectief, neutraal wat de situatie was. Bijvoorbeeld: “We zaten samen een kop koffie te drinken, jouw telefoon ging en je liep zonder iets tegen mij te zeggen van tafel en kwam na 10 minuten terug”. Je geeft jouw versie van wat de situatie, zonder opsmuk, zonder sneer, zonder lading. Dus niet: “We zaten samen koffie te drinken, en zoals altijd gebeurt met jou, liep je nu wéér zomaar van tafel toen je telefoon ging”. Op deze zinnen zit lading. En mensen reageren altijd op lading, meer dan op de woorden zelf.
Stap 2: Vertel hoe dit voor je was, deel wat het met je deed (gevoel). Bijvoorbeeld: “Toen je niks tegen me zei en na 10 minuten pas terugkwam voelde ik me genegeerd, in de steek gelaten. Het was voor mij alsof ik niet belangrijk ben”. De levensgrote valkuil in deze stap is dat je de ander een verwijt maakt, óf dat er een verwijtende ondertoon met je woorden meekomt. Dat is hier niet de bedoeling. Je deelt hoe het voor jou was, meer niet.
Stap 3: Zeg wat je zou willen, waar je behoefte ligt. Dus bijvoorbeeld: “Ik zou het fijn vinden als je de volgende keer in een dergelijke situatie even contact met mij maakt voor je wegloopt” (of iets wat voor jou klopt natuurlijk, misschien wil je wel helemaal niet dat ze de telefoon opneemt, wil je afspreken dat het max 5 minuten duurt, etc).
Wat bereik je hiermee?
In de meeste gevallen zijn mensen gevoelig voor het samengestelde pakketje. Je deelt je observatie, je deelt hoe dat voor jou was én je deelt hoe je het liever samen wil. Er is geen verwijt, wel een duidelijk standpunt. De ander reageert dan meestal op het gevoel of het standpunt en soms op de observatie. Over de observatie kun je van mening verschillen, over jouw gevoel kan de ander iets zeggen (bijvoorbeeld: “dat was niet mij bedoeling”). Over het standpunt kun je het even hebben: bijvoorbeeld: “Ja, dat snap ik, ik zal de volgende keer even contact met je maken en het gesprek zo kort mogelijk houden”
Tip
Soms komen de woorden er bij de eerste pogingen wat knullig uit, of niet helemaal passend. Je bent iets nieuws aan het leren. Als de ander dan een discussie met je begint, dan gaat er waarschijnlijk op dat niveau iets mis. Wat je dan kunt doen is toevoegen hoe het hier en nú voor je is om dit te zeggen. Daarmee laat je je mensenlijkheid en je eigen kwetsbaarheid zien. En ook je kracht; wetend dat je het niet perfect doet vind je het toch belangrijk om dit te zeggen! Bijvoorbeeld: “Ik merk dat het lastig is om er wat over te zeggen, want ik weet dat je soms urgente telefoontjes krijgt, etc….”.
En ook dit kan in real-life spannend zijn om te oefenen. Mijn ervaring is dat een coachsessie waarin je speelt met de woorden en verschillende varianten je een goede indruk geven van hoe het in werkelijkheid kan gaan. En door het een paar keer te oefenen sterk je ook je ‘moedspier’, en wordt het daarna makkelijker.
Tip 2
 Als je het modelletje eenmaal kent kan het zomaar gebeuren dat je je er niet aan houdt én dat je toch de gewenste reactie krijgt. Het is alsof je de stappen ook innerlijk kunt zetten én iets daarvan komt dan wel mee naar buiten in dat wat je wél deelt.
Succes!
0 Reacties