Niet óf – óf, maar én – én.
Over de tegengestelde krachten in jezelf.
Is het je weleens opgevallen hoe vaak het leven zich afspeelt tussen polariteiten? Hoe vaak we dingen ook benoemen in tegenstellingen? Bijvoorbeeld:
- zomer – winter
- dag – nacht
- binnen – buiten
- warm – koud
- donker – licht
Wat is je voorkeur?
Vaak heb je een voorkeur voor één kant van de polariteit.
Bijzonder aan het bovenstaande rijtje is dat deze polariteiten zich vaak automatisch afwisselen. Na dag komt nacht, na zomer komt winter. Dat is gewoon zo. Daar leer je mee leven. Of misschien kijk je juist wel uit naar de afwisseling. Verheug je je nu al op de lente…
Polariteiten die zich openbaren in het contact met anderen of in jezelf zijn vaak niet zo makkelijk. Denk maar eens aan iemand die je irritant vindt. Op zo’n moment is het lastig om diegene ook tegelijkertijd leuk te vinden. Hier heb je echt een voorkeur voor één van de kanten. Kijk maar eens naar het volgende rijtje. Misschien kun je het wel merken. Het ene woord roept waarschijnlijk een fijner gevoel op dan het andere:
- betrokken – afstandelijk
- enthousiast – rustig
- liefdevol – koel
- geordend – chaotisch
- onafhankelijk – afhankelijk
Polariteiten in jezelf
Als het over jezelf gaat heb je vaak dingen (eigenschappen/emoties/gevoelens/etc) die je van jezelf juist wel of niet wilt (laten) zien. Je wilt bijvoorbeeld vooral gezien als iemand die aardig is en betrokken bij de ander. Dan word je waarschijnlijk behoorlijk geraakt als iemand tegen je zegt dat je soms zo afstandelijk kunt zijn. Auw!
De gerichtheid op één kant kan je ook in de weg gaan zitten. Dat merk je aan lichamelijke signalen bij jezelf. Spanning, vermoeidheid, etc. Als jij altijd heel erg je best doet om aardig en bij de ander betrokken te zijn, dan heb je best een kans dat je niet zo goed bent in iets als ‘voor jezelf opkomen’. Dat geeft spanning. Als je heel erg open staat voor wat de ander wil, dan weet je vaak niet zo goed wat je zelf eigenlijk wil. Nog meer spanning.
Waar spanning is, is groei mogelijk
Hoogstwaarschijnlijk ken je het kwadrant van Ofman. Dat model maakt slim gebruik van polariteiten. Het model toont aan hoe jouw goede eigenschap (of het teveel ervan) te maken heeft met een eigenschap die je irritant/moeilijk vind. Google maar eens.. (of kijk het plaatje hieronder)
bijvoorbeeld: je bent behulpzaam. Dat is een mooie eigenschap. De doorgeschoten kant van behulpzaam is mensen te pas en te onpas te hulp schieten, ook als er nog geen vraag gesteld is. Het tegendeel hiervan is iemand die oogkleppen opheeft en niet ziet dat er wel wat hulp geboden kan worden. Iemand die nogal met zichzelf bezig is en niet zo met de noden van anderen. Klopt he?
Een beetje van ‘teveel’ is best goed
Als je last van hebt dat je teveel ‘te hulp schiet’, dan kun je echt wat leren van die ‘egoïst’ die niet ziet dat iemand hulp nodig heeft. Dat is namelijk ook weer de doorgeschoten versie van een goede eigenschap, bijvoorbeeld iets als ‘iemand die goed zijn grenzen kan bewaken/aangeven’.
Vul dit kwadrantje maar eens in:
Werken met tegenstellingen
In allerlei methoden en visies op persoonlijke groei komt dit het werken met de tegenstellingen in jezelf op de een of andere manier terug. Onder allerlei benamingen. Jung noemt het de schaduw. Persoonlijk vind ik dat wel een mooie bewoording. Het gaat dan om een deel van onszelf dat we graag minder zichtbaar willen hebben, of wat we zelf niet zo kennen nog. Het gaat er dan niet om dat je je schaduw voluit gaat leven, maar meer dat je je een gezonde portie ervan toe-eigent. Als iemand anders je irriteert dan heeft hij een eigenschap die bij jezelf in de schaduw zit. (Het rechtsonder kwadrant bij Ofman)
Een nog grotere groeistap
Als je dan de polariteiten in jezelf herkent, kan ook dat weer onrust oproepen. Dan kun je twee kanten hebben die aan je gaan ‘trekken’. Dan zit je groeimogelijheid in eens wat meer ‘in het midden blijven’. Eén van mijn opleiders in Voice Dialogue (waar het werken met polariteiten heel vaak voorkomt), noemt het ‘Holding the tension between opposites’. De uitdaging zit hem in het hanteren van de ogenschijnlijke tegenstellingen. Niet meegeslingerd worden van de ene kant naar de andere kant. (Als je je wel laat meeslepen en aan één uiterste blijft. dan wordt je iemand die maar blijft geven en geven tot het moment dat het allemaal te veel is. Vervolgens sla je om en dan wordt je opeens boos omdat niemand rekening met je houdt! Je plaatst dan de zorg voor jezelf buiten jezelf.)
De Lemniscaat
Symbool voor de beweging van de ene polariteit naar de andere (en weer terug) is de lemniscaat. (zie plaatje bovenin blog). Als je in staat bent om af en toe in het midden van de lemniscaat te blijven terwijl je voelt dat je naar één van de uitersten wordt getrokken, dan ben je aan het groeien. ‘Holding the tension’. Het is ook persoonlijk leiderschap; in staat zijn om bij jezelf te zien welke neiging je hebt en er niet mee samenvallen. De plek in het lege midden bemannen (of bevrouwen), maakt dat je nieuwe besluiten zult kunnen nemen. Dat je ook in relaties makkelijker contact zult kunnen houden met de ander. Je verruimt je wereldbeeld, het hoeft niet zwart of wit te zijn. Er zijn vele tinten grijs mogelijk daartussen..
Oefening om te werken met tegenstellingen in jezelf
Een mooie oefening om te werken met twee tegenstellingen in jezelf (Je wilt wel sporten, maar iets weerhoudt je/Je wil altijd lang op het feest blijven, maar je hebt achteraf ook altijd spijt) gaat uit van de positieve intenties van beide tegenstellingen. Alsof het delen in jezelf zijn die in uiterste instantie het beste met je voor hebben. Ik heb er een opname van gemaakt. Als je het kent dat je wel eens worstelt met tegengestelde krachten in jezelf dan is dit een aanrader.
0 Reacties