Grenzen aangeven moeilijk?
Dan ben je niet alleen hoor. Het kan gaan om het aangeven van een grens op je werk als je gevraagd wordt om nóg een project op te pakken. Maar ook over duidelijk zijn in je relatie dat je iets echt niet wil. Of om je kinderen… Als het gaat om grenzen aangeven merk ik keer op keer bij mijn cliënten dat dat nog niet zo makkelijk is. Niet alleen het aangeven van de grens, ook het duiden waar de grens voor iemand zit is lastig.
Regelmatig komt iemand binnen met een andere vraag én keer op keer blijkt dan toch dat ‘grenzen’ ook een thema is om grondig naar te kijken. Maar in die gevallen heeft diegene zelf helemaal niet helder dat er een grens gepasseerd is en dat de boosheid, frustratie of het gevoel van leegte veroorzaakt is door het niet goed aangeven van de eigen grenzen.
Met regelmaat komen we er samen achter dat iemand eerst een tijdlang flink over zijn (of haar) grenzen heeft laten gaan. Niet doorhad dat er een grens was bereikt. Of dat misschien wel enigzins doorhad, maar niet serieus heeft genomen. Misschien wel dacht: “hier moet ik eigenlijk iets mee”, maar besloot (met een al dan niet legitieme reden) om dat maar uit te stellen. Tot het moment dat het teveel is.
Moeite met grenzen aangeven = moeite met voelen.
Beetje kort door de bocht misschien, maar toch vaak heel treffend. Als je niet goed kunt voelen wat voor jou klopt of niet klopt, dan kun je in ieder geval nooit een grens aangeven. Dus voordat je kunt leren hoe je een grens aangeeft moet je eerst leren om jezelf te voelen. Om contact met jezelf hebben op zo’n manier dat je iets kunt met de signalen die je krijgt. Grenzen bedenk je namelijk niet met je hoofd. Gaan nadenken over grenzen is de belangrijkste valkuil!
In dit geval: Als jij bij mij met een afgestompt lusteloos gevoel binnenkomt en weer levenslust terug wilt krijgen, dan is de verleiding voor mij groot om daarin mee te gaan en allerlei energieopwekkende dingen te gaan doen met je. Maar dat is niet die eerste stap. Die eerste stap is teruggaan naar hoe je je levenslust bent kwijtgeraakt. En vaak komen we dan uit bij materie waar je eigenlijk niet mee aan de slag wou…. (die eerste stap, close in)
David Whyte schreef een mooi gedicht over deze paradox: Start close in. Als je op de titel klikt krijg je Mr. Whyte himself te horen terwijl hij met zijn prachtige stem dit gedicht voorleest. Doen! Waar het gedicht voor mij over gaat is dat we zo vaak bezig zijn met de volgende stap, terwijl we terugdeinzen voor de eerste stap die zo pal voor ons ligt, maar die we eigenlijk niet willen of kunnen zetten.
Belangrijk om je grens op tijd aan te geven!
Één van de mogelijkheden als je te lang wacht met je grens aangeven is dat je ontploft als het teveel is geworden. Er is een prachtige therapeutenterm voor dit moment dat je vanuit een ‘teveel’ alsnog je grens gaat aangeven. “Je zegelboekje incasseren”. Alsof je al die momenten daarvoor (onbewust) een zegeltje in je boekje hebt geplakt toen je je grens niet aangaf. En dan komt het laatste incident, precies op het moment dat je zegelboekje vol is. Vervolgens incasseer je die op dat moment, bij die persoon, alsof dat incident alle schuld heeft van het hele volle zegelboekje. Bam! Dan moet natuurlijk met een flinke woede-uitbarsting.
Maar waarom is het zo moeilijk om een grens aan te geven?
Daarvoor moeten we eerst naar de basis. Mensen hebben een natuurlijke behoefte aan contact. Als mensen geen contact met anderen hebben, dan sterven ze af. Voor een pasgeboren baby is het een zaak van leven of dood om contact met de ouders te houden.
Om dat contact met je ouders te houden verzin je met je onvolgroeide babybreintje manieren om dat voor elkaar te krijgen. “Moet ik goed luisteren? Verwachten ze dat ik veel lach? Moet ik juist stil zijn? Of moet ik behulpzaam zijn? Kan ik maar beter zelfstandig spelen en mamma niet teveel storen? Moet ik vooral hard huilen om contact te leggen?
Ken je dat experiment met moeder en kind, waarbij de moeder opeens uit contact gaat?
Hiernaast zie je een bekend filmpje van dit experiment. Voordat het begint geeft dr. Tronick uitleg over wat er precies aan gaat komen.
Het kind probeert op allerlei manieren het contact te herstellen, en gelukkig gaat de moeder weer in contact en is er geen blijvende schade. Toch heftig om te zien, voel maar eens hoe het jou raakt.
Kwetsbaarheid is hier een sleutelwoord
We kennen allemaal momenten dat we ons in het contact kwetsbaar voelen. Als baby hebben we dat gevoeld en die kwetsbaarheid komen we in het hier en nu als volwassenen nog steeds tegen. Kwetsbaarheid is ook nodig om contact te maken. Erachter zit het verlangen naar willen voelen dat iemand anders je helemaal accepteert, met al je goede en slechte kanten. Het net genoemde experiment toont glashelder aan hoe kwetsbaar we waren. Als kind doe je hier dus ervaring mee op: Je leert hoe je gekwetst kunt worden. Ook leer je dat aan jouw verlangen naar helemaal geaccepteerd worden zoals je bent niet tegemoet gekomen wordt. Sommige eigenschappen van je zijn gewenst, maar als je andere eigenschappen laat zien krijg je geen fijne reactie.
Omdat dit pijnlijk is, kun je net gaan doen alsof je onkwetsbaar bent. Dat doe je uit de angst om gekwetst te worden. Maar ook kwetsbaarheid kan je opmerkzaam maken op de angst om gekwetst te worden. Het ligt dicht bij elkaar. “Waar kwetsbaarheid te maken heeft met de behoefte dat de ander ons geen schade zal berokkenen, heeft onkwetsbaarheid te maken met een vervorming daarvan; de behoefte het vertrouwen te ervaren dat de ander ons geen schade kan berokkenen” (Hoe raak ik je aan? Veenbaas en Weisfelt, 1990)
Hoe zorg je dat je niet meer voelt?
Dé manier om de angst om gekwetst te worden niet te voelen is jezelf isoleren. Daarvoor zijn twee routes:
- Je isoleert je van jezelf, zo maak je jezelf onkwetsbaar door niet meer (goed) te voelen. Als je bang bent voel je bijvoorbeeld je eigen angst niet. Je vervangt dan de angst door iets anders, wat makkelijker te dragen is. Bijvoorbeeld door te glimlachen en ‘Ja’ te zggen terwijl je eigenlijk ‘nee’ moet zeggen. Want ‘nee’ zeggen is lastig, dan raak je de ander misschien kwijt of hij/zij vindt je dan niet meer aardig.
- Je isoleert je van anderen. Bijvoorbeeld: Op een verjaardagsfeestje ga je kletsen met de kinderen, vieze kopjes en taartschoteltjes opruimen, een gesprekje dat kan leiden tot contact kap je af. Er zijn ook andere manieren om te vermijden dat je kwetsbare kant zichtbaar wordt. Voor de volgende 8 zijn de namen van dieren gebruikt wiens gedrag daarop lijkt. Herken je er één of twee?
- Struisvogel: Je trekt je terug uit de dagelijkse werkelijkheid, kruipt in je bed, blijft thuis. Zo vermijdt je het contact volledig.
- Kameleon: Je bent het voortdurend met de ander eens: en vervloeit zo met de ander dat je niet meer weet wat je zelf wil/vindt.
- Duif: Je stelt je als de zwakste op en nodigt hiermee uit dat mensen je op dat zwakke punt pikken. Op deze manier lijk je kwetsbaar, maar je zorgt er wel voor dat mensen je niet pikken op je eigenlijke kwetsbare plek.
- Oester: Je maakt je onaanraakbaar door je te verschuilen achter rationaliteit, zakelijkheid, nuchterheid.
- Stekelvarken: Je stelt je voortdurend kwaad en/of agressief op. Zo creëer je je eigen isolement door anderen van je af te laten keren.
- Haas: Je vlucht voor de dagelijkse werkelijkheid: alle vragen en problemen die naar kwetsbaarheid kunnen leiden worden ontweken: ”Dat vond ik echt vervelend dat dat gebeurde”. Reactie: “Fijn dat het vandaar zulk mooi weer is he? Wat hebben we het gezellig nu”.
- Kievit: Je toont voortdurend belangstelling voor de ander. Daarmee zorg je dat de aandacht vooral niet op jou gevestigd wordt.
- Brulaap: Je maakt veel lawaai; met grote verhalen, veel lachen en stoere praat hou je de nabijheid af.
En zoals altijd zit 80% van de oplossing al in het bewust worden van dat je dit doet en waarom je dit doet. Dan ontstaat er keuzeruimte om het anders te doen.
Laat je me weten wat je aan dit artikel had?
Hi Niels, Mooi artikel. Ik zag m vandaag voorbij komen op Linkedin. Vooral die met de dieren kan ik wat mee met de kids 🙂 Ga ik vertalen in een activiteit voor de pony’s.
Tot zondag!
ha Karoline, dankje voor je reactie. Kan me voorstellen dat zo’n voorbeeld met die dieren goed bruikbaar is in het werken met kinderen. Goed idee!