Hoe herken ik bindingsangst en verlatingsangst?
Als de termen bindingsangst en verlatingangst je niks zeggen dan zijn er twee mogelijkheden: A: Je hebt een superfijne liefdesrelatie waarin je ervaart dat de ander er voor jou is. Waarin je kunt vertrouwen op wat er tussen jullie bloeit en waarin je ook niet gaat twijfelen aan jezelf door ‘gedoe’ tussen jullie. Of B: Je hebt de termen gewoon nog nooit gehoord, maar ervaart wel degelijk terugkerend ‘gedoe’ in je relatie met de bijbehorende spanningen tussen jullie en in jezelf. Dan is de kans groot dat bindingsangst en verlatingsangst een rol speelt. En als dat het geval is, dan is het waardevol om bindingsangst en verlatingsangst te kunnen herkennen.
Ik schreef een ander blog waarin ik meer inga op de termen bindingsangst en verlatingsangst. Dat blog vind je hier. Voor nu even heel in het kort: Bindingsangst en verlatingsangst zijn termen om te beschrijven welke automatische reacties mensen hebben als de verbinding in de relatie op het spel lijkt te staan.
Bindingsangst, verlatingangst en de hechtingstheorie
Heel vroeg in je leven, in het contact tussen jou en je ouders, leer je over liefde en verbinding. De hechtingstheorie van John Bowlby heeft hier veel inzicht in gegeven. Als kindje ontwikkel je ook een soort voorkeursstrategie om om te gaan met het verlies van verbinding tussen jou en je ouders. Wordt je boos, ga je huilen? Keer je je af? Of blijf je rustig en ontspannen en ga je even zelf spelen omdat je weet dat ze toch wel terugkomen? Deze voorkeursstrategie noem je je hechtingsstijl. Je hebt er 4: Veilig, Angstig Vermijdend, Angstig Vastklampend en Ambivalent.
Relatietherapeut Sue Johnson borduurde (net als vele anderen) verder op het werk van Bowlby en zag dat partners in relatiestress hetzelfde deden als de kinderen uit de hechtingsonderzoeken. Net zoals voor kinderen het contact met hun ouders van levensbelang is, blijkt het voor volwassenen van levensbelang dat de verbinding met hun partner niet op het spel staat.
Op het moment dat deze verbinding wel op het spel lijkt te staan, dan kom je in een automatische (door het alarmsysteem in je hersenen aangestuurd) hechtingsreactie. Bij de één is dat ‘vermijdend’ en dan noemen we dat bindingsangst. De ander komt in de ‘vastklampende strategie’ en dan noemen we het verlatingsangst. Voor de één is het eerste doel is om het contact met de ander te herstellen voordat je zelf weer tot rust kunt komen (vastklampend, verlatingsangst). Bij de ander is de beweging juist niet naar de ander toe, maar bijvoorbeeld om eerst zelf weer tot rust te komen en dan weer het contact te herstellen (vermijdend, bindingsangst).
Bindingsangst en Verlatingsangst staan niet vast
Je hebt weliswaar in je verleden een soort voorkeursstrategie ontwikkeld. Maar dat betekent niet dat deze altijd vaststaat. Je hechtingsstrategie is situationeel, dus per moment en per relatie kom je automatisch in een andere hechtingstrategie terecht. Bij dezelfde partner kun je het ene moment merken dat je je juist terugtrekt, terwijl je een ander moment juist heel onrustig wordt en op zoek gaat naar bevestiging van de ander.
Het grote belang van het werk van Sue Johnson zit hem hierin. Zij realiseerde zich dat het (vrijwel) nutteloos is om partners met elkaar te leren communiceren. Het was veel belangrijker om veiligheid te organiseren tussen partners. Partners te leren hoe ze met elkaar in een veilige hechtingsstijl terecht kunnen komen. Van daaruit ontstaat vanzelf een andere communicatie en worden praktische problemen eenvoudiger op te lossen.
In insecure relationships, we disguise our vulnerabilities so our partner never really sees us. (Sue Johnson)
Welke hechtingsstijl speelt er bij jou?
Het kan handig zijn om bij jezelf of bij je partner meer zicht te krijgen op welke hechtingsstratie er ingezet wordt. Is dat meer vanuit bindingsangst of meer vanuit verlatingsangst? Niet om daarna met het vingertje te wijzen, maar omdat daarmee vaak ook veel helderder wordt welke behoefte eronder zit.
Bij de ene partner die kampt met verlatingangst is dat vaak de vraag: “Are you there for me?”. Denk hierbij aan zinnen als: ‘Kies je wel echt voor mij? Kan ik op je rekenen? Blijf je bij me?
De ander, die dan meer last heeft van verlatingsangst, denkt meer iets als:”Am I good enough for you?”. Zinnen die daarbij passen zijn bijvoorbeeld: ‘Als je zulke dingen tegen me zegt, dan kan ik niet geloven dat je echt van me houdt’ of ‘Je wil zoveel van mij, daarin raak ik mezelf kwijt, ik voel niks meer van wat ik zelf eigenlijk wil met jou’. En ook: ‘Ik kan niet geloven dat ik echt mezelf mag zijn van jou, als je me zo duidelijk maakt dat je méér wil, anders wil, dat ik het niet goed doe’.
Je kunt al zien dat de behoefte aan beide kanten heel anders is. De een zoekt nabijheid en contact, de ander ook, maar die nabijheid brengt tegelijk een risicio met zich mee.
En hoe herken ik dan bindingsangst en verlatingsangst?
Oké, lang genoeg gewacht, hier volgen de elementen waaraan je verlatingangst (vastklampende hechtingsstijl) en bindingsangst (vermijdende hechtingsstijl) kunt herkennen. Het is geen checklist, waarbij je alles moet herkennen. Denk meer aan een beeld van wat er kan spelen en wat de verschillen zijn tussen de twee strategiën:Â
Hoe herken je Verlatingsangst/ Vastklampende Hechtingsstijl?
Kern van de zaak: De grootste pijn die je voelt is het verlies van het contact. Hierdoor raakt je hele systeem geactiveerd en van daaruit is er maar één optie!
De intentie:  Je ziet maar één optie en dat is koste wat het kost het contact met de ander herstellen, diegene er weer bij halen. De manieren waarop je dat doet kunnen heel verschillend zijn. Van juist flink ruzie maken tot verwijten maken of juist gaan klagen. Hieronder een overzicht van wat je dan kunt denken, voelen of hoe het voor jou werkt:
- “Hij kan nu niet weglopen, hij moet hierblijven!”
- “Blijkbaar doet het er niet toe wat ik zeg.”
- “Hij kiest niet echt voor mij, zijn vrienden/laptop/werk is belangrijker.”
- “Het doet er niet toe wat ik zeg.”
- “Ik kan roepen en doen wat ik wil, ik krijg toch geen antwoord.”
- “Zij kijkt me nooit aan als ik spreek.”
- “Hij leeft in zijn laptop.”
- “Ik moet alle verantwoordelijkheid dragen. Ik ben hier eigenlijk alleen.”
- “Hij is zo afwezig, ik weet niet hoe ik hem moet bereiken.”
- “Zij is autist, het ligt aan zijn opvoeding.”
- “Het ligt altijd aan de ‘manier waarop ik iets zeg’ en wat ik zeg dat hoort hij/zij niet.”
- Van je partner verwacht je dat hij of zij jouw subtiele signalen oppikt als je van slag bent. Dat doe je zelf namelijk ook (dat is overigens precies het signaal dat jouw veiligheidssysteem wat scherp staat afgesteld..)
- Het beeld dat je van jezef hebt is wellicht negatief, je onderschat jezelf eerder dan dat je jezelf overschat.
- Je doet alles om de ander te ‘bereiken’. Vanuit je geactiveerde hechtingssysteem is dat wat belangrijk is. Je verliest jezelf hierin.
- Het idee dat je verlaten, afgewezen of in de steek gelaten wordt, kan je echt in paniek brengen.
- Je zoekt vaak bevestiging, aandacht en houvast bij de ander en je voelt je afgewezen en ongelukkig als de ander je dat niet geeft.
- Oneindig begripvol zijn past bij je.Â
- Je stelt je afhankelijk van de ander op en past jezelf snel aan.
- Als het zou kunnen zou je het liefst versmelten met de ander. (En misschien doe je dat voor je gevoel ook wel eens.)
- Je hebt de neiging tot claimen en vastklampen, smeken, klagen en eisen.
- Grenzen stellen vind je moeiilijk.
- Je hebt moeite om voor jezelf te zorgen.
- Alleen zijn vindt je moeilijk, je voelt je dan al snel eenzaam.
- Je wilt de zekerheid dat de ander er voor je is.
- Als er iets gebeurt tussen jullie kun je woedend op de ander worden, eerder dan dat je in zelfkritiek eindigt.Â
- Je hebt de neiging om te betrokken te zijn en de relatie te romantiseren.
- Onbeantwoorde liefde kan een aantrekkingskracht op je uitoefenen.
- Je kunt de behoefte aan de ander ervaren als een ‘verslaving’.
- Als je getriggerd wordt, kun je in woede uitbarsten en je partner dreigen hem te verlaten. Dit is eigenlijk een poging om hem tot een reactie te bewegen en vaak krijg je later spijt van wat je gezegd of gedaan hebt.
Hoe herken je Bindingsangst/ Vermijdende hechtingsstijl?
Kern van de zaak: De angst om de ander kwijt te raken is er wel, maar je manier om ermee om te gaan is anders dan bij de vastklampende hechtingsstijl. De ander toelaten tot waar je je echt kwetsbaar voelt is spannend. De verdediging hiertegen is allereerst naar jezelf terugkeren of je afsluiten voor de ander. “Dan komt het allemaal niet zo hard binnen”, hoop je onbewust.
Je Intentie: Je drijfveer achter je gedrag is iets als: ‘Eigenlijk geloof ik dat de ander er echt voor me is, waarschijnlijk moet ik vooral op mezelf vertrouwen. Als er iets gebeurt is dat heftig. Dan kan ik maar beter eerst zelf maar weer rustig worden, daarna kijk ik wat ik moet doen om de verbinding te herstellen’ of ‘ik laat niemand zo dichtbij komen dat ze me pijn kunnen doen’. Hieronder een overzicht van gevoelens en gedachten en de manier waarop je kunt kijken:
- “Blijkbaar mis ik altijd de cue.Ik doe het nooit goed.”
- “Ik zal toch nooit genoeg zijn voor hem/haar.”
- “Het is alsof ik de hele tijd op eieren loop.”
- “Ik laat het maar zo, praten maakt het alleen erger.”
- “Beter stilletjes laten overwaaien, ik trek me terug.”
- “Weet ik veel wat ik voel…ik voel niets.”
- Samenwonen, trouwen of welk commitment dan ook activeert je vermijdende strategie. Het benauwt je, je blokkeert hierin, of je wimpelt het idee weg.
- Je eigen gevoel voor vrijheid is een groot goed. Het is belangrijk voor je om dat gevoel te kunnen behouden.
- Het liefst wil je alles ‘open’ laten, je stelt je gereserveerd op.
- Één van je vermijdende strategiën is de relatie rationaliseren en/of twijfelen over je partner (en jezelf)
- Onafhankelijkheid en vrijheid is belangrijk voor je. Het isjuist lastig voor je om je afhankelijk te voelen van je partner. Je bent gevoelig voor de balans, liever sta je niet op krediet.
- In een samengesteld gezin: Je kunt wellicht makkelijker een open hart houden naar haar kinderen dan naar haar. Je systeem wordt door hen minder getriggerd, er spelen geen verwachtingen naar jou toe.
- Je vindt het lastig om je partner emotionele support te geven als deze zich down voelt.
- Intimiteit gekoppeld aan verwachtingen is lastig voor je, dan kun je de neiging hebben om je terug te trekken.
- Je hebt de neiging om te kritisch te zijn en ‘fouten’ te zoeken in de ander.
- De ander kan snel als ‘te veel’ of verstikkend op je overkomen.
- Je doet alles om de ander op gewenste afstand te houden zodat het geen serieuze relatie wordt.
- Soms stel je grenzen met betrekking tot intimiteit die de ander als onredelijk ervaart.
- Je besteedt, als je hechtingssysteem geactiveerd raakt, veel tijd aan het wegrennen en najagen van afleiding en korte-termijn-kicks: eten, roken, alcohol, werk, seks, altijd bezig zijn. Dit leidt je af van het voelen waar het echt pijn doet.
- Direct en echt contact kan je triggeren. Vanuit een reactie heb je de neiging om dit te vermijden. Je komt dan makkelijker terecht in oppervlakkigheid, ‘oude jongens krentenbrood’- gedrag.
- Je miskent in jezelf je behoefte aan nabijheid en samen zijn, je sluit je gevoel daarvoor af. (In het algemeen kun je het contact met je gevoel als kompas kwijtraken)
- Gedurende de relatie ben je steeds vaker liever bij je vrienden dan bij je partner.
Confronterend lijstje?
Als je jezelf herkent in één van de twee kanten kan dat best confronterend zijn. Tegelijkertijd kan het ook verhelderen wat je ergens al voelde. Het goede nieuws is dus dat dit geen vaststaande posities zijn, je kunt er ook in veranderen.
Je kunt in de ene situatie of relatie meer aan de vermijdende kant zitten en in de andere situatie meer aan de vastklampende kant. Het is ook mogelijk om een ontwikkeling door te maken naar een veiliger hechtingspatroon. Dat kan doordat je bijvoorbeeld in een relatie zit met iemand die veilig gehecht is. Dan trigger je elkaar niet zo op precies datgene waar je gevoelig voor bent. Het kan ook door met een relatietherapeut die op basis van EFT werkt met elkaar in gesprek te gaan.
Het bijzondere aan EFT relatietherapie is dat dit alle kennis van hechting als ondergrond heeft, je werkt in EFT relatietherapie echt aan het opbouwen van veiligheid in jezelf en met elkaar. Onderzoek laat zien dat dit ook effect heeft in je hersenen voor je ervaren gevoel van veiligheid in je relatie. Je hechtingspatroon verandert dus daadwerkelijk.
Waar je dan naartoe werkt is datgene wat veilig gehechte mensen in hun relaties als vanzelfsprekend al ervaren:
- Je voelt je ontspannen en zelfverzekerd in je relatie
- Intimiteit in je relatie is een ontspannen gebied, je bent niet bang om de ander toe te laten en afhankelijkheid te voelen
- Je voelt je niet snel alleen of in de steek gelaten.
- Als je ervaart dat iets voor jou niet klopt, dan ben je in staat om dit op een volwassen manier aan te kaarten. Je bent niet geactiveerd in je hechtingssysteem, het wordt een volwassen gesprek.
- Er is in het algemeen vertrouwen op je relatie, op de beschikbaarheid van de ander, en op de een of andere manier geeft dit je juist ruimte voor je eigen autonomie.
- Wat je bij de ander merkt (gevoelens, een blik naar jou, een houding, etc), komt niet onmiddelijk binnen in je alarmsysteem. Je bent in staat om het niet direct persoonlijk op te vatten.
- Als er een moment of periode is van verwijdering, dan raakt je dit natuurlijk wel, maar je voelt ook vertrouwen dat jullie elkaar wel weer terugvinden.
Ben je nou benieuwd hoe je in je eigen relatie kunt werken aan meer veiligheid en vertrouwen? Minder in automatische patronen verzeild raakt, waardoor je meer verbinding, ontspanning en liefde kunt ervaren? Kijk dan hier.
Voor de voorbeelden van bindingsangst en verlatingsangst heb ik onder andere gebruik gemaakt van:
Reader Basisopleiding tot EFT Therapeut, EFT België.
Attached: The New Science of Adult Attachment and How It Can Help You Find – and Keep – Love, Amir Levine en Rachel Heller
Tango van de Ikken, Berry Collewijn
0 Reacties